Passiefhuis
In opdracht van woningcorporatie Domijn hebben wij in samenwerking met BAM Woningbouw, Trecodome en Nieman een 28-tal hobbykamerwoningen volgens het passiefhuis concept gerenoveerd.
Aan het project werd de Passief Bouwen Award toegekend.
De duurzame renovatie van de 28 hobbykamerwoningen aan de Luttebrink/Denekampbrink is de eerste fase van een omvangrijke herstructurering van de buurt Bijvank Noord in de wijk Wesselerbrink in Enschede. De woningen zijn volgens het passiefhuis concept gerenoveerd. Enerzijds een uitdaging voor corporatie en anderzijds een uitdaging voor ontwerpende en bouwende partijen om een haalbaar plan te realiseren met een nadrukkelijke rol voor de huidige bewoners.
Het Bijvank Noord is een voorbeeld van een grootschalige wederopbouwwijk binnen de Wesselerbrink te Enschede. Het concept van de Wesselerbrink is bedacht door architect en stedenbouwkundige prof. ir. S.J. van Embden. Deze grootste wijk van Enschede (+/- 16.000 inwoners) is een typisch voorbeeld van het stedenbouwkundig denken uit de jaren zestig, gebaseerd op de principes van het CIAM (Congres Internationaux d‘Árchitecture Moderne). De belangrijkste ontwerpuitgangspunten waren licht, lucht en ruimte en het scheiden van verschillende functies. De huizen liggen rond groene pleinachtige ruimtes, de zogeheten ‘brink’. De in overvloed voorkomende drive-in woningen, de zogenaamde ‘hobbykamerwoningen’, zijn ontworpen door D. Zuiderhoek uit Baarn, in modernistische stijl. Karakteristiek zijn de horizontaliteit, de drie bouwlagen met donkere onderbouw en lichte bovenbouw. De kwaliteit van de architectuur is niet gelegen in de afzonderlijke blokken, maar juist in de uniformiteit en in het totale ensemble. Stedenbouw, landschapsarchitectuur en architectuur zijn sterk op elkaar afgestemd.
De woningen zijn ruim van afmeting en liggen in een aangename omgeving met veel voorzieningen in de buurt. Deze gewaardeerde kwaliteiten en de wens om een energiezuinige woning te ontwerpen vormden de uitgangspunten voor de renovatie.
In nauw overleg tussen corporatie, specialisten en bewoners zijn de woningen volgens het passiefhuis concept gerenoveerd. Bijzonder hierbij is dat de bewoners werden bijgestaan door een energiecoach, een speciaal opgeleide bewoner uit de buurt.
De betrokkenheid van bewoners ging echter verder. Zo konden zij kiezen voor een collectieve gevelafwerking en een individuele gevelindeling. De architect heeft de vele mogelijkheden gevisualiseerd, toegelicht en gecoördineerd.
Vijf woningen werden gesloopt ten bate van meer kwaliteit in de vorm van licht, lucht en groene ruimte. De oorspronkelijke “doos op plint” compositie is gehandhaafd en versterkt door contrasterend kleurgebruik: een zwarte gevelsteen voor de onderbouw en een lichte keramische tegel voor de bovenbouw. In tegenstelling tot de oude situatie zijn de erfafscheidingen mee ontworpen. In de bovenbouw is gebruik gemaakt van gevarieerde terug liggende vensters die ritmisch verdeeld zijn.
De Passiefhuis-renovatie was voor zowel opdrachtgever als architect nieuwe materie. Het scheelt dat BAM Woningbouw al ervaring had opgedaan met dergelijke renovaties. De karakteristieke indeling van de hobbykamerwoningen evenals de do’s en dont’s bij Passiefhuis maken dat we nogal wat vragen van elkaar in de samenwerking. Respect en gelijkwaardigheid aan de ontwerptafel zijn dan ook voorwaarden die we absoluut bij de architect hebben gevonden. Kritisch zijn naar elkaar, verwachtingen helder maken en soms 2 stappen terug om daarna weer voorwaarts te gaan.
In de decennia na de tweede wereldoorlog is een groot deel van de huidige woningvoorraad gerealiseerd. Veel van deze woningen voldoen niet aan de eisen van deze tijd. Bijna in alle gevallen is het energiegebruik hoog. We staan aan de vooravond van een grootscheepse renovatie van deze woningvoorraad.
Landelijk worden proefwoningen gerenoveerd om kennis op te doen van de moeilijkheden en mogelijkheden die je tegenkomt bij opwaardering en energiereductie van deze categorie gebouwen. (bijvoorbeeld de energie nota loze woningen).
De grootste besparing op energiegebruik wordt verkregen door robuust te isoleren, bijvoorbeeld op passiefhuis niveau. Bij bestaande bouw betekent dit dat gevels en daken totaal vernieuwd worden en dat de verschijningvorm wijzigt. In technische zin is er veel mogelijk echter dergelijke ingrepen zijn enkel haalbaar als van meet af aan bewoners worden betrokken bij de plannen.
Het project Luttebrink/Denekampbrink laat zien dat een hoge mate van betrokkenheid van bewoners, mits professioneel begeleidt, de kwaliteit ten goede komt.
Het project is een showmodel voor bewoners, corporaties, gemeenten, bouwers en adviseurs waarin is aangetoond dat:
– ontwikkelen van onder op tot tevredenheid van bewoners leidt;
– bestaande bouw succesvol gerenoveerd kan worden tot Passief Huis woningen;
– bestaande (moderne) woningbouw veredeld kan worden tot begeerlijke woningen.
Inleiding Passief renoveren
Duurzaamheid is een steeds belangrijk wordende opgave in de (woning)bouw. Een breed begrip met een breed scala aan antwoorden daarop. Je kunt het als opdrachtgever en/of als adviserende partij zo gek maken als je wilt. De maximale grens van duurzaam bouwen is zeker nog niet bereikt. Maar ook aan de minimale grens worden geen eisen gesteld en geeft daardoor veel vrijheid de eigen mate van duurzaamheid aan een bouwopgave mee te geven. Belangrijk is, dat de mate van duurzaamheid past bij het gevoel, dan dat het “een moetje” wordt.
Iedere bouwopgave heeft de vraag in zich: “wat haal ik weg en wat breng ik er voor terug”. Dit geldt voor zowel nieuwbouw als het opwaarderen van bestaande bouw. En om tot het antwoord te komen, zal geleidelijk in dat proces, de mate van duurzaamheid zich daaruit destilleren, waar alle betrokken partijen achter kunnen staan. Dit geldt voor alle kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van een bouwopgave, want er zal ook duurzaam gefinancierd worden om de bouwopgave aantrekkelijk te houden.
Bij het opwaarderen van bestaand vastgoed wordt in dat proces, de beslissing genomen, de bestaande bebouwing te handhaven, deze te renoveren en te laten voldoen aan de huidige eisen. Het weinige slopen en het hergebruik van bestaande bouwmaterialen en -constructies, herbergt een hoge mate van duurzaamheid, dat anno 2012 erg wordt gewaardeerd en steeds meer wordt toegepast.
Om te komen tot een bepaalde opwaardering van bestaand vastgoed (renoveren) is het bepalen van een gewenst energielabel, een goede leidraad. Hiervoor zijn verschillende hulpmiddelen beschikbaar, bijv. GPR-gebouw, die aangeven wat er gedaan moet worden om tot dat energielabel te komen. Daaraan gekoppeld zit een duurzaamheidwaardering, uitgedrukt in een cijfer en een CO2-emissieberekening. Wismans en Jong Architecten heeft in de afgelopen 10 jaar veel ervaring opgedaan in het opwaarderen van bestaande woningbouw tot een bepaalde label.
Een steeds vaker voorkomende opgave in het opwaarderen van bestaand vastgoed is het Passief Renoveren. Een opgave die op de duurzaamheidladder op een wat eenzame hoogte bovenaan staat. Alle facetten van bestaande bouw in combinatie met passief bouwen geeft een complexe bouwopgave, die een intensieve samenwerking en voorbereiding behoeft van opdrachtgever, bouwpartners en de toekomstige bewoners. Hierna volgt een uitgebreide beschrijving over Passief Renoveren en aan het eind worden onze ervaringen weergegeven van het project “passiefhuisrenovatie 28 hobbykamerwoningen”.
Wat is Passief Renoveren?
Passief Renoveren staat voor het realiseren van een comfortabel binnenklimaat in een bestaand gebouw zonder actieve verwarming- en koelsystemen. Het gebouw wordt zo gerenoveerd, dat er voor ruimteverwarming nauwelijks nog fossiele energie nodig is. Goed voor het milieu, maar ook voor de woon- of gebruiklasten. Efficiënt gebruik van zonenergie en zonscherming zijn noodzakelijk binnen het passief bouwen. Dit geeft de grootste uitdaging bij Passief Renoveren, aangezien de bestaande bebouwing niet altijd op het zuiden georiënteerd is, dat de voorkeur heeft. Om Passief Renovatie toch haalbaar te maken voor niet zuid georiënteerde bebouwing, zijn de eisen aangepast ten opzichte van nieuwbouw. In praktijk is gebleken dat de eisen voor nieuwbouw niet of nauwelijks haalbaar zijn bij Passief Renoveren.
Wanneer voor de resterende energievraag (warm tapwater, verlichting enz.) zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van duurzame energiebronnen als de zon, wind en water, wordt het optimum van passief bouwen bereikt.
Passief Renoveren is geschikt voor bestaande woningen, maar ook voor bestaande utiliteitsgebouwen, zoals scholen en kantoren.
Wanneer is een bestaand gebouw passief?
Een bestaand gebouw is passief als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
1. Normering energiegebruik:
Als na de renovatie voor de warmtevraag max. 25KWh/m2 per jaar wordt gebruikt én voor de totale energievraag max. 130KW/m2 per jaar wordt gebruikt in primaire energie (incl. de warmtevraag).
2. PHPP berekening:
Als er een PHPP berekening beschikbaar is van het te renoveren gebouw, waarin de berekening is gebaseerd op de toekomstige gerenoveerde staat. De PHPP (Passivhaus Projektierungs Paket) is een betrouwbare, op bouwfysische gronden ontwikkelde rekenmethode, waarmee het energiegebruik vooraf nauwkeurig kan worden berekend. De PHPP is ontwikkeld door het Duitse Passiv-haus Institut en geldt voor heel Europa als rekenmethode voor Passief Bouwen. Wismans & De Jong Architecten BNA kan voor u PHPP berekeningen maken.
3. Keurmerk Passief Bouwen:
Als uit de PHPP berekening blijkt, dat aan bovenstaande normen wordt voldaan, wordt het keurmerk verstrekt. Het eerste deelcertificaat wordt afgegeven, nadat het ontwerp goedgekeurd is en het tweede deelcertificaat na oplevering van het gebouw. Voor dit laatste certificaat zijn inspecties tijdens de bouw, een blowerdoortest en infraroodfoto’s vereist.
Hoe wordt een bestaand gebouw passief?
Om tot een passief gebouw te komen dient er in het ontwerp en de uitvoering veel aandacht besteed te worden aan de volgende punten:
– Oriëntatie gebouw: zon op de zuidzijde is de meest ideale passieve energiebron voor een passief gebouw. In het voor- en najaar laat de zon warmte binnen door haar lage stand. In de zomermaanden heeft de zon een hoge stand en is zoninval gemakkelijk te voorkomen door grote overstekken en zonnewering. Om oververhitting te voorkomen, dient de zoninval vanuit het oosten en westen zoveel mogelijk tegengegaan te worden door in deze gevels kleine openingen te ontwerpen en zonwering aan te brengen. Bij Passief Renoveren heb je te maken met een bestaand gebouw, dat al een bepaalde (on)gunstige oriëntatie heeft. Door te spelen met de grote van de nieuwe gevelopeningen en verschillende soorten zonnewering, is het passief krijgen van een bestaand gebouw met een ongunstige oriëntatie met de juiste afstemming haalbaar.
– Toepassen van bouwdelen met hoge isolatiewaarden van gevels, daken, vloeren en deuren en ramen: Rc-waarden van 8 tot 10 m2K/W. De afgelopen 10 jaar zijn er veel nieuwe bouwmaterialen op de markt gekomen om de hoge isolatiewaarden te kunnen halen. Voorbeelden hiervan zijn nieuwe soorten hoogrendement isolatieplaten, houten constructiedelen met een zo klein mogelijk warmteverliesoppervlakte (bijv. Finnjoist constructieliggers), triple beglazing met 3 glasbladen en passiefkozijnen met een hoge isolatiewaarde en dubbele kierdichtingen.
– Toepassen van gecertificeerde passiefkozijnen, -ramen en -deuren: U-waarde <0,8 W/m2K. Kozijnen, ramen en deuren voor passief gebouwen zijn verkrijgbaar in hout, kunststof en aluminium. Bouwdelen die steeds in ontwikkeling zijn en continue met een hogere isolatiewaarde in de markt worden gezet.
– Toepassen van triple beglazing: U-waarden glas van 0,5 tot 0,8 W/m2K en ZTA-waarde van ca. 50%.
– Ontwerpen van koudebrug vrije constructies. Bij Passief Renoveren zal er meestal voor gekozen worden om de buitenschil van het gebouw van buitenaf te isoleren, waardoor ook de constructies met de koudebruggen niet meer in contact staan met de buitenlucht.
– Ontwerpen van een luchtdichte bouwschil: qv;10 <0,15 dm3/s per m2. Dit kan alleen gerealiseerd worden bij Passief Renoveren door alvorens de buitenschil te isoleren, eerst de luchtdichte laag van buitenaf aan te brengen. Het aanbrengen en het onderling verlijmen van de luchtdichte folie dient zeer nauwkeurig te gebeuren. Na het aanbrengen van de folie en de overige geveldelen, is er geen mogelijkheid meer de luchtdichte laag te repareren bij een eventuele luchtlek.
– Toepassen van efficiënte verwarmingssystemen, zoals lage temperatuurverwarming of luchtverwarming, met bijpassende tapwaterverwarming. In veel gevallen kan de ruimteverwarming gecombineerd worden met het ventilatiesysteem door de warmte mee te geven aan de ventilatielucht. Uit de PHPP berekeningen blijkt dat de hoeveelheid warme lucht voor verwarming ongeveer gelijk is aan de hoeveelheid ventilatielucht die nodig is voor die ruimte. Om tegemoet te komen aan de beperkte warmtevraag kunnen kleine radiatoren of een palletkachel worden toegepast.
– Het integraal ontwerpen van een goed ventilatiesysteem met warmteterugwinning uit ventilatielucht. Er dient veel aandacht besteed te worden aan het verloop en de lengtes van de ventilatiekanalen om geluidsoverlast van de luchtstromen te voorkomen. Iedere ruimte in een passief gebouw wordt met een afzonderlijk kanaal geventileerd.
– Aanbrengen van te openen delen (ramen) voor een goede zomer- en nachtventilatie. Ramen kunnen te allen tijde geopend worden, maar de bewoner dient er wel rekening mee te houden, dat daardoor het systeem niet teveel ontregeld wordt.
Passief Renoveren in praktijk?
Wismans en de Jong Architecten heeft het genoegen gehad in een bouwteam met een woningcorporatie als opdrachtgever, aannemer en diverse adviseurs een Passiefhuisrenovatie te mogen doen.
Een intensieve samenwerking van ruim 2 jaar tijd met 28 passieve hobbykamerwoningen te Enschede als eindresultaat. Naast dat er natuurlijk met alle zorg en inzet aan een bouwopdracht is gewerkt en daarbij een goede afgestemde communicatie onderling van groot belang is, worden hierna een tweetal belangrijke aandachtspunten vermeld, die gerelateerd kunnen worden aan het Passief Renoveren.
Het is te gemakkelijk gezegd dat het omgaan met een Passiefhuis als bewoner, gelijk is aan een traditionele woning. Het is heel comfortabel wonen in een Passiefhuis met een lage energierekening, maar dit gaat niet vanzelf. Als bewoner dien je het woongedrag af te stemmen op het Passief wonen. Bijvoorbeeld de buitendeuren en ramen niet langdurig open te laten staan, ventileren volgens de voorschriften en opwarming van de woning te voorkomen door op tijd de zon te weren.
In praktijk blijkt dat het veel tijd kost, om bewoners bewust te maken, dat ze in een passief huis komen te wonen. Twee maandelijks werd een bijeenkomst georganiseerd voor de bewoners om hun te voorzien van informatie en er is buurtcoach aangesteld, die de bewoners individueel voorbereid op en begeleid in het Passief wonen. Probeer daarnaast zoveel mogelijk het Passiefhuis concept aan te passen aan de woonwensen van de bewoners. Staat de buitendeur van de inpandige berging veel open, omdat hier veel in en uit gelopen wordt, laat dan de berging buiten de thermische en luchtdichte schil, indien bouwkundig mogelijk. Bewoners vinden het fijn om een bepaalde invloed te kunnen hebben op de nieuwe indeling en uitstraling van de woning, dat de betrokkenheid en bewustwording bevorderd.
Als laatste is een intensieve en gedegen voorbereiding tussen alle partijen van zeer groot belang voor het slagen van de bouwopgave. Iedere verandering tijdens het voorbereidingsproces heeft een grote invloed op één of meerdere aspecten. Zo kan een aanpassing van een gevelopening (architectuur) grote invloed hebben op de uitkomst van de PHPP berekening, maar ook bijvoorbeeld op de bouwkosten. Bij bovenstaande project is ook gebleken, dat bij de ongunstige georiënteerde woonblokken een hele intensieve samenwerking nodig is geweest om de Passiefrenovatie bouw- en kostentechnisch haalbaar te krijgen.
Plaats | Luttebrink/Denekampbrink Eenschede |
Opdrachtgever | Domijn |
Adviseur | Nieman + Trecodome |
Bouwer | BAM Woningbouw |